De Kikkerkoning

Stoer stapte hij uit de grote bus. Een klein negenjarig mannetje met een blonde kuif en een te grote koffer. Het briefje wat hij bij zich had voorspelde niet veel goeds. In mooie duitse volzinnen lazen wij woorden als :hyperaktief, ADHD PDD-NOS, moeite met regels, baasspeler, agressief, ritalin…….

Marvin was zijn naam.

Er zijn jaren geweest dat de vakantiekindertjes elk jaar ouder werden, net als mijn eigen kinderen. Nu lijken ze elk jaar moeilijker te worden.

De eerste dagen hadden we onze handen er vol aan. Een klein moment van onoplettendheid en jonge poesjes kregen zwemles in de dobbe, kuikens kregen vliegles vanaf de top van de hooiberg en bebroedde eieren werden opengemaakt om te kijken of de kuikens al groot genoeg waren om uit het ei te kunnen.

Gelukkig zijn in deze weken, volgens afspraak, alle eigen kinderen thuis en konden we dit mannetje grote delen van de dag een één op één begeleiding geven.

Aan het eind van de eerste week vroeg Marvin aan mij of er hier ook kikkers waren. Ja kikkers waren er genoeg. En of ik dan ook precies wist waar die kikkers zaten. Nee, dat wist ik niet, maar ik hoorde ze elke avond dus ze moesten er zijn, misschien dat hij ze wilde zoeken…?

Een gouden greep.

De hele volgende week zocht Marvin kikkers in plaats van ruzie met de anderen.

Aan het eind van de tweede week wist hij precies waar ze zaten. Hij kon exact vertellen hoe je ze het best kon zien zonder ze te laten schrikken, waar ze zaten als de zon scheen en waar ze zich verstopten als het tijd werd om de geiten en koeien te melken.

Of hij ze misschien ook mocht vangen, vroeg hij aan het eind van een avondwandeling door het weiland.

Ik vond het best, beter kikkers vangen dan relschoppen. En dus liep Marvin dagen lang met een zelfgemaakt netje en een emmertje te speuren in het gras.

Normaliter werk ik ’s avonds of ’s nachts, maar heel af en toe slipt er een dagdienst tussendoor. Na één zo’n dagdienst stond Marvin me al springend op te wachten. Ik moest direct komen kijken. Hij trok me mee naar de hoek van de stal waar een emmer stond, zorgvuldig afgedekt met wat hooi en een plank. Ik kon uiteraard niet raden wat er in de emmer zat, ook niet na drie keer. Glunderend schoof hij de plank een stukje opzij. In de emmer zat ……….een kikker, een grote groene kikker. Marvin was supertrots en wij natuurlijk ook. Een kikker gevangen!

Of ik de kikker ook even vast wilde houden, vroeg Marvin. Vasthouden??? Nou, eh…….., goed dan, Marvin had het tenslotte ook gedaan. De kikker was warm en glibberig, het kostte me dan ook akelig veel moeite om hem niet te laten vallen. Toen ik hem weer terug wilde zetten hield Marvin me tegen. Ho…..nog niet. Ik moest nog iets doen……..nog iets?…..

Jaaah….., ik moest de kikker kussen………….

KUSSEN?????

Ja kussen….

Het moest echt, het was van groot belang.

Ik moest de kikker kussen…….

Oké dan, als het zo belangrijk was.

Voorzichtig gaf ik de kikker een kus. Marvin keek me verwachtingsvol aan, keek om mij heen, keek de stal rond, keek achter de deur, in het hooi…..

Nee, bij nader inzien had ik het waarschijnlijk nog niet helemaal goed gedaan. Ik moest de kikker op zijn mond kussen…..

Nu ik eenmaal zover gekomen was kon dit er ook nog wel bij. Ik kuste de kikker op zijn mond. En daarna nog 6 keer want dat moest helaas.

Marvin keek nog eens zoekend rond, keek van mij naar de kikker en terug, slaakte een diepe zucht….mompelde iets onverstaanbaars in zijn duitse dialect, en pakte de kikker van me aan. “Ik had de kikker beloofd dat ik hem weer terug zou zetten” zei hij op treurige toon. Behoedzaam gleed de kikker terug in het water .

Twee dagen later zou Marvin weer terug gaan naar Hannover. Nog fanatieker dan eerst zocht hij die dagen kikkers.

De laatste dag vroeg hij Kalle, mee te gaan naar buiten. Kalle was in de loop van de weken zijn idool geworden. Kalle was groot en sterk, kon trekker rijden, kon tennisballen door het hele weiland slaan en kon elke koe of op hol geslagen paard de baas, kortom, Kalle kon alles…..en daarom was deze belangrijke vraag alleen voor Kalle bestemd.

Samen liepen ze langs de dobbe, de boomhut, de boerenslootjes en overal liet Marvin zien waar de kikkers zaten, hoe ze kwaakten, waar ze sliepen en hoe je er dichtbij kon komen. Tot slot ging hij voor Kalle staan, keek hem ernstig aan en vroeg: “Kun jij kikkers vangen”? Nee Kalle kon veel, maar kikkers vangen, nee helaas.

Kijk, daar was Marvin dan wel erg trots op, hij kon immers iets wat Kalle niet kon, maar toch vroeg hij zich af of Kalle het niet nog even van hem wilde leren.

Tja, willen wel, maar waarom eigenlijk……?

Stilte, Marvin keek rond. Hij moest zo terug naar huis en hem was het niet gelukt.

Kalle begreep het niet, zo erg was dat toch niet, misschien wilden de kikkers niet gevangen worden.

Nee, Marvin was niet te vermurwen. Het was belangrijk dat de goede kikker gevangen werd en aangezien Kalle alles kon………

“Want weet je Kalle” Marvin keek om zich heen of niemand het kon horen, ging voor de zekerheid over op fluistertoon. “Weet je……….

Je moeder kan wel een goede prins gebruiken……………..”

Een paar uur later hebben we afscheid van hem genomen. Een stoer jongetje met een veel te grote koffer. Samen met de andere kinderen terug naar Hannover. Terug naar de flat waar teveel mensen op te weinig vierkante meters wonen. Terug naar de plek waar buiten spelen gevaarlijk is. Terug naar Hannover, waar in de verre omtrek van het huis geen kikker te vinden is.

En daarom heb ik een vraag aan u, beste sprookjesfee. Want als er dan toch getoverd gaat worden, laat die prins dan maar zitten, doe dan maar een goede beschermengel.

Een lieve goede beschermengel voor kinderen zoals Marvin.